forswear
Uiterlijk
- Geluid: forswear (VK) (hulp, bestand)
- IPA:
- (werkwoord) erfwoord afkomstig van Middelengels forsweren, Angelsaksisch forswerian. Protogermaans *fraberaną. Of op te vatten als afleiding van swear ww met het voorvoegsel for-
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to forswear |
he/she/it | forswears |
verleden tijd | forswore |
voltooid deelwoord |
forsworn |
onvoltooid deelwoord |
forswearing |
gebiedende wijs | forswear |
forswear
- overgankelijk afzweren [1], desavoueren, verwerpen
- onovergankelijk een meineed afleggen
- [1] renounce