forsig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  forsig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• for·sig

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding fors met het achtervoegsel -ig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	forsig	forsiger	forsigst
verbogen	forsige	forsigere	forsigste
partitief	forsigs	forsigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

forsig

1. met grote kracht en inzet

Synoniemen

• solide, flink, struis, stoer, sterk, stevig, krachtig, heftig, driftig

Gangbaarheid

• Het woord forsig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "forsig" herkend door:

36 %	van de Nederlanders;
45 %	van de Vlamingen.