forsøg

Uit WikiWoordenboek

Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • for·søg
Woordherkomst en -opbouw
  • Zelfstandig naamwoord: afkomstig van het Deense werkwoord forsøge
Naar frequentie 1486

Werkwoord

forsøg

  1. gebiedende wijs van forsøge
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   forsøg     forsøget     forsøg     forsøgene  
genitief   forsøgs     forsøgets     forsøgs     forsøgenes  

Zelfstandig naamwoord

forsøg, o

  1. poging
  2. experiment, proef, test
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties

Zelfstandig naamwoord

forsøg

  1. nominatief onbepaald onzijdig enkelvoud van forsøg

Verwijzingen