forro
Uiterlijk
- fo·rro
enkelvoud | meervoud |
---|---|
forro | forros |
forro m
- voering
- stofomslag
- (heraldiek) pelswerk
- (spreektaal) (Argentinië, Chili) kapotje, condoom
vervoeging van |
---|
forrar |
forro
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van forrar
- forro in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española