Naar inhoud springen

formula

Uit WikiWoordenboek
  • fōr·mu·la

fōrmula v

  1. regel, voorschrift, wet, maatstaf
    «Viveo ad formulam
    Ik leef volgens de wet.
  2. traditionele gewoonte
  3. verdragsvoorwaarden
  4. belastingtarief
  5. (juridisch) formulering, voorschrift, gerechtelijk proces
    «Formula cadet.»
    Hij verliest het proces.
  6. (Plautus) schoonheid



vervoeging van
formular

formula

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van formular
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van formular