forladt

Uit WikiWoordenboek

Deens

Woordafbreking
  • for·ladt
Woordherkomst en -opbouw
  • Deense werkwoordsvorm met het voorvoegsel for-
Naar frequentie 1949

Werkwoord

forladt

  1. diepbedroefd
  2. eenzaam, in de steek gelaten, verlaten
  3. vervallen
Afgeleide begrippen

Werkwoord

forladt

  1. voltooid deelwoord van forlade
    «Syv stamspillere har forladt klubben.»
    Zeven regelmatige spelers hebben de club verlaten.

Verwijzingen