forenzní

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /fɔrɛnzɲiː/

Woordafbreking

• fo·renz·ní

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Latijnse forensis met het achtervoegsel -ní

Bijvoeglijk naamwoord

forenzní

1. (juridisch) forensisch

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	forenzní				forenzní
genitief	forenzního		forenzní	forenzního	forenzních
datief	forenznímu		forenzní	forenznímu	forenzním
accusatief	forenzního	forenzní			forenzní
vocatief	forenzní				forenzní
locatief	forenzním		forenzní	forenzním	forenzních
instrumentalis	forenzním		forenzní	forenzním	forenzními

Schrijfwijzen

• Oude schrijfwijze: forensní

Synoniemen

• soudní

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)