forensde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fo·rens·de

Werkwoord

vervoeging van
forenzen

forensde

  1. enkelvoud verleden tijd van forenzen
    • Ik forensde. 
    • Jij forensde. 
    • Hij, zij, het forensde. 

Gangbaarheid

56 % van de Nederlanders;
37 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be