Naar inhoud springen

forelder

Uit WikiWoordenboek
  • for·el·der
  • Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord forellrar
  • Noors zelfstandig naamwoord met het voorvoegsel for-
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   forelder     forelderen     foreldre     foreldra
foreldrene  
genitief   forelders     forelderens     foreldres     foreldras
foreldrenes  

forelder, m

  1. (familie) ouder
    «Ett av fire barn bor med én forelder, og det blir stadig flere av dem.»
    Een op de vier kinderen woont bij één ouder, en van hen komen er steeds meer.
  • far (mannelijke vorm)
  • mor (vrouwelijke vorm)


  • for·el·der
  • Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord forellrar
  • Nynorsk zelfstandig naamwoord met het voorvoegsel for-
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   forelder     forelderen     foreldre     foreldra  
genitief   forelders     forelderens     foreldres     foreldras  

forelder, m

  1. (familie) ouder
  • far (mannelijke vorm)
  • mor (vrouwelijke vorm)