forceren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- for·ce·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘met geweld openen’ voor het eerst aangetroffen in 1556 [1]
- afgeleid van het Franse forcer (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
forceren |
forceerde |
geforceerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
forceren
- overgankelijk een beslissing afdwingen
- Het team forceerde de overwinning.
- overgankelijk openbreken.
- De dief had de deur geforceerd.
- wederkerend te veel van zichzelf vergen
- Tijdens de sprint had hij zichzelf geforceerd met een spierletsel als resultaat.
- manier van metaal vervormen waarbij het metaal niet verwarmd wordt
- met te grote kracht iets proberen te doen en het zo kapot maken
- ▸ Normaal gesproken was dat geen enkel probleem geweest, ze gebruikten een eenvoudige en beproefde techniek met platen en bouten voor de samenvoeging. Maar met bevroren stammen ging het meteen mis als je de bouten erin probeerde te forceren, het was alsof je in glas boorde.[3]
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een beslissing afdwingen
3. teveel van zichzelf vergen
Gangbaarheid
- Het woord forceren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "forceren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "forceren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044628142
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Wederkerend werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %