fontein
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fon·tein
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kunstmatige springbron’ voor het eerst aangetroffen in 1201 [1]
- van het Latijnse fons (bron)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fontein | fonteinen |
verkleinwoord | fonteintje | fonteintjes |
Zelfstandig naamwoord
fontein m
- kunstmatige bron, aangelegd om water omhoog te spuiten
- omhoogspuitende waterstraal
- In de avondschemering verzamelden de bewoners van de wijk zich rond het bassin met de fonteinen, die verkoelend water spoten. [2]
- ▸ De andere vleugel biedt ruimte aan de lounge, de ontbijtzaal en ons bescheiden restaurant, waar ik een vaste tafel voor u heb gereserveerd aan het raam met uitzicht op de pergola en de rozentuin, of wat daarvan over is, waarachter u de vijver kunt zien glinsteren. De fontein is helaas al een paar jaar buiten gebruik, maar ik kan u verzekeren dat onze kokkin haar uiterste best zal doen om u mild te stemmen jegens dit euvel.'[3]
Vertalingen
1. kunstmatige bron, aangelegd om water omhoog te spuiten
2. omhoogspuitende waterstraal
Gangbaarheid
- Het woord fontein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "fontein" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "fontein" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Sandes, David De wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 113
- ↑ Pfeiffer, Ilja Leonard
“Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers
, ISBN 978-90-295-2622-7, p. 15
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be