foeliën

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • foe·liën, foe·li·en
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
foeliën
foeliede
gefoelied
zwak -d volledig

Werkwoord

foeliën

  1. overgankelijk met een dun laagje metaal bedekken
      De beärbeiding van het foeliën en kwikzilveren zag ik hier in 't klein verrichten; het slijpen was mij van elders bekend.[3]
Hyponiemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. folie op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 7 mei 2022 Weblink bron
    Johan Meerman
    “Eenige berichten omtrent het noorden en noord-oosten van Europa. Deel 3.” (1805), Erven van Isaac van Cleef, Den Haag, p. 363