flyert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fly·ert

Werkwoord

vervoeging van
flyeren

flyert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flyeren
    • Jij flyert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flyeren
    • Hij flyert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van flyeren
    • Flyert! 

Gangbaarheid