fluviatiel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fluviatiel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- flu·vi·a·tiel
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘rivier-’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1950 [1] [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | fluviatiel | fluviatieler | fluviatielst |
verbogen | fluviatiele | fluviatielere | fluviatielste |
partitief | fluviatiels | fluviatielers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
fluviatiel
- op rivieren betrekking hebbend, rivier-
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord fluviatiel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.