floept aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • floept aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanfloepen

floept (…) aan

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanfloepen
    • Jij floept aan. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanfloepen
    • Hij floept aan. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanfloepen
    • Floept aan! 

Gangbaarheid