flodderbonen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • flod·der·bo·nen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de flodderbonenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord flodderboon
     (…) daar stond ie, rustig schoffelend in z'n pas aangelegd tuintje met flodderbonen, (…)[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 14 november 2020 Weblink bron
    Tymen Trolsky
    “Liederen van weemoed, wanhoop en waanzin. Gevolgd door Liefdes-, klaag- en politieke liederen. Aliesjes poëziebundel I en II. : De dichters” (1974), De Bezige Bij, Amsterdam, p. 195 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren op Wikipedia