fleurig
Uiterlijk
- fleu·rig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | fleurig | fleuriger | fleurigst |
verbogen | fleurige | fleurigere | fleurigste |
partitief | fleurigs | fleurigers | - |
fleurig
- als een bloem
- De fleurige meisje was het zonnetje in huis.
- Het meisje had fleurige kleren aan.
- Het woord fleurig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fleurig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be