flerecijn

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fle·re·cijn
enkelvoud meervoud
naamwoord flerecijn -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het flerecijno

  1. jicht of reumatische pijnen van met name het heupgewricht
    • Hij heeft het flerecijn. 

Gangbaarheid

7 % van de Nederlanders;
18 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be