flemer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fle·mer
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van flemen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | flemer | flemers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (pejoratief) iemand die andere mensen te veel vleit
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord flemer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "flemer" herkend door:
42 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be