flavonoïde

Nederlands

Basisstructuur van flavonoïde

Uitspraak

• Geluid:  flavonoïde    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• fla·vo·no·i·de, fla·vo·no·ide

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van flavonol ?? met het achtervoegsel -oïde

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	flavonoïde	flavonoïden flavonoïdes
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

flavonoïde

1. (scheikunde) organische en stikstofvrije verbinding met een typisch basisskelet die wijdverbreid is in het plantenrijk

   • Flavonoïden komen vooral voor in geneeskrachtige kruiden, fruit, groenten, zaden, noten en op planten gebaseerde dranken zoals thee en wijn 

Vertalingen

    1.   

Spaans: flavonoide (es)

Gangbaarheid

• Het woord 'flavonoïde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.