flankeur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- flan·keur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | flankeur | flankeurs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de flankeur m
- (militair) soldaat die als verkenner aan de zijde van een legermacht marcheert
Synoniemen
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'flankeur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "flankeur" herkend door:
28 % | van de Nederlanders; |
41 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ flankeur op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be