flankerend

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • flan·ke·rend
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen flankerend
verbogen flankerende
partitief flankerends

Bijvoeglijk naamwoord

flankerend

  1. flankerend beleid: plannen die als ondersteuning dienen voor andere voornemens; plannen die de nadelige gevolgen van andere beleid moet opvangen; aanvullend beleid
    • Dit zogenoemde 'flankerend beleid' zorgt voor een afname van vijf procent van de toekomstige automobiliteit in de Stedendriehoek. Dat is volgens de onderzoekers bij lange na niet voldoende om het fileprobleem op te lossen. [1] 
    • Behalve over het eigendom, wordt volgens Dijkhuizen ook gesproken over een brede maatschappelijke functie voor de speeltuinen. "De gemeente stoot zo veel mogelijk vastgoed af, maar heeft daar geen flankerend beleid voor WMO en participatie op gezet. [2] 


Werkwoord

vervoeging van: flankeren
verbogen vorm: flankerende

flankerend

  1. onvoltooid deelwoord van flankeren


Gangbaarheid


Verwijzingen