flan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- flan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | flan | flans |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
flan m
- (kookkunst) nagerecht gemaakt uit in melk geklopte eieren en meel, met toevoegingen voor de smaak
- In het restaurant op de vierde verdieping bestelde hij vis in roomsaus met aardappelpuree, en koos als nagerecht flan. Na twee lepels flan voelde hij steken in zijn zij en werd door flauwte bevangen. [3]
- (kookkunst) vlak rond gebak met daarin een zoete of hartige vulling
- Al spoedig serveerde mijn leerling tijdens de les koffie of thee met iets lekkers erbij, ik moest de bloemen in haar tuin bewonderen - anjelieren en tubéreuzen vormden haar specialiteit-, vriendschap sluiten met haar twee oude honden, en weldra kreeg ik ook eigengemaakte heerlijkheden mee, pâté, flan of confiture. [4]
- (drukkerij) karton dat als matrijs wordt gebruikt
- De gezette teksten werden afgedrukt in bevochtigd, uit verschillende lagen bestaande, matrijzenkarton. Dit karton (ook wel flan genoemd) werd gebogen in een apparaat geplaatst zodat men hiervan halfronde afgietsels kon maken (stypen). Deze werden met meerdere tegen elkaar op de cilinders van de rotatiepers gemonteerd. [5]
-
1. nagerecht gemaakt uit in melk geklopte eieren en meel
-
2. vlak rond gebak met daarin een zoete vulling
-
3. karton dat als matrijs wordt gebruikt
Hyponiemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord flan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "flan" herkend door:
43 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[6] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ flan op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Hemmerechts, K."Vrieskou" in: Dietsche Warande en Belfort. jrg. 132 nr. 9 (november 1987) Uitgeverij Den Gulden Engel, Wommelgem; p. 35; geraadpleegd 2018-10-24
- ↑ Bruyn, E.B. de"De drie feeën" in: Maatstaf. jaarg. 33 nr. 1 (januari 1985) Arbeiderspers, Amsterdam; p. 21/22; geraadpleegd 2018-10-24
- ↑ Lente, D. vanStop de persen! Geschiedenis van de krant (januari 2011) Historische Drukkerij, Turnhout; p. 44 fotobijschrift 44; geraadpleegd 2018-10-24
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Angelsaksisch
Uitspraak
- IPA: /fla:n/
Zelfstandig naamwoord
flān m
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- flan
enkelvoud | meervoud |
---|---|
flan | flanes |
Zelfstandig naamwoord
flan m
Synoniemen
Verwijzingen
- flan in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Kookkunst in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 43 %
- Prevalentie Vlaanderen 88 %
- Woorden in het Angelsaksisch
- Woorden in het Angelsaksisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Angelsaksisch
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 4
- Woorden in het Spaans met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Spaans
- Voeding in het Spaans