flagstone

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • flag·stone
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘tuintegel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1945 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord flagstone flagstones
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de flagstonem

  1. platte, vaak roodkleurige tuintegel van natuurlijk gekloofde natuursteen
Vertalingen

Gangbaarheid

68 % van de Nederlanders;
53 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen