fjøre
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- fjø·re
Woordherkomst en -opbouw
- Werkwoord [A] en zelfstandig naamwoord: Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord fjara
- Werkwoord [B]: Afkomstig van de Noorse zelfstandigen naamwoorden fjær en fjør
Naar frequentie | > 50000 |
---|
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | fjøre |
tegenwoordige tijd | fjører |
verleden tijd | fjøret fjøra |
voltooid deelwoord |
fjøret fjøra |
onvoltooid deelwoord |
fjørende |
lijdende vorm | fjøres |
gebiedende wijs | fjør |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak |
opmerking | [A]+[B] |
Werkwoord
[A] fjøre
- onovergankelijk afgaan, dalen, vallen (van zeewater)
- «Sjøen fjører.»
- De zee daalt.
De zee valt.
- De zee daalt.
- «Sjøen fjører.»
Schrijfwijzen
Werkwoord
[B] fjøre
- onovergankelijk veren (elastisch zijn, veerkracht hebben)
Schrijfwijzen
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | fjøre | m: fjøren v: fjøra |
fjører | fjørene |
genitief | fjøres | m: fjørens v: fjøras |
fjørers | fjørenes |
Zelfstandig naamwoord
- eb
- laagtij, laagwater
- «Det er fjøre sjø.»
- Het is laag tij.
Het is eb.
- Het is laag tij.
- «Det er fjøre sjø.»
- wad (de deel van het strand, die droog is bij eb)
Schrijfwijzen
Synoniemen
Typische woordcombinaties
- [2]: plukke skjell i fjøra
schelpen op het strand zoeken
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- fjø·re
Woordherkomst en -opbouw
- Werkwoord [A] en zelfstandig naamwoord: Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord fjara
- Werkwoord [B]: Afkomstig van de Noorse zelfstandigen naamwoorden fjær en fjør
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | fjøre fjøra |
tegenwoordige tijd | fjørar |
verleden tijd | fjøra |
voltooid deelwoord |
fjøra |
onvoltooid deelwoord |
fjørande |
lijdende vorm | fjørast |
gebiedende wijs | fjør fjøra fjøre |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak |
opmerking | [A]+[B] |
Werkwoord
[A] fjøre
- onovergankelijk afgaan, dalen, vallen (van zeewater)
- «Sjøen fjørar.»
- De zee daalt.
De zee valt.
- De zee daalt.
- «Sjøen fjørar.»
- onovergankelijk, (scheepvaart) aan de grond raken, vastlopen
- «Båten fjærar (opp).»
- De boot loopt vast.
- «Båten fjærar (opp).»
- onovergankelijk, (figuurlijk) afnemen, minderen, slinken, verminderen (b.v. het leven, de dag, een rivier)
Schrijfwijzen
- [1-3]: fjære
Schrijfwijzen
Antoniemen
- [1]: flø
Afgeleide begrippen
- [2]: fjøre opp
- [3]: fjøre av
- [3]: fjøre bort
- [3]: fjøre ned
- [3]: fjøre ut
Werkwoord
[B] fjøre
- onovergankelijk gevederd zijn, veerkrachtig zijn
- «Fugleungane er fjøra.»
- Kuikens zijn gevederd.
- «Fugleungane er fjøra.»
- onovergankelijk zich opfrissen, zich opmaken
- onovergankelijk veren (elastisch zijn, veerkracht hebben)
Schrijfwijzen
- [1-3]: fjære
Afgeleide begrippen
- [2]: fjøre seg
Uitdrukkingen en gezegden
- [1]: ein må flyge som ein er fjøra til
(figuurlijk) zijn mogelijkheden uitputten
- [2]: fjøre seg
zich opfrissen, zich opmaken
- [3]: ha ei fjørande gonge
en veerkrachtige gang hebben
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | fjøre | fjøra | fjører | fjørene |
Zelfstandig naamwoord
fjøre v
- eb
- laagtij, laagwater
- «Det er fjøre sjø.»
- Het is laag tij.
Het is eb.
- Het is laag tij.
- «Det er fjøre sjø.»
- wad (de deel van het strand, die droog is bij eb)
Schrijfwijzen
Synoniemen
Categorieën:
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 5
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Zwak werkwoord klasse 1 in het Noors
- Werkwoord in het Noors
- Onovergankelijk werkwoord in het Noors
- Zelfstandig naamwoord in het Noors
- Dubbele betekenis in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 5
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave
- Zwak werkwoord klasse 1 in het Nynorsk
- Werkwoord in het Nynorsk
- Onovergankelijk werkwoord in het Nynorsk
- Scheepvaart in het Nynorsk
- Figuurlijk in het Nynorsk
- Zelfstandig naamwoord in het Nynorsk