fingen an
Duits
Uitspraak
- IPA: /ˌfɪŋən ˈan/
Woordafbreking
- fin·gen an
Werkwoord
fingen an
- (hoofdzin) eerste persoon meervoud aantonende wijs verleden tijd van anfangen
- (hoofdzin) derde persoon meervoud aantonende wijs verleden tijd van anfangen
- (hoofdzin) eerste persoon meervoud aanvoegende wijs II verleden tijd van anfangen
- (hoofdzin) derde persoon meervoud aanvoegende wijs II verleden tijd van anfangen