finge an

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
  • IPA: /ˌfɪŋə ˈan/
Woordafbreking
  • fin·ge an

Werkwoord

finge an

  1. (hoofdzin) eerste persoon enkelvoud aanvoegende wijs II verleden tijd van anfangen
  2. (hoofdzin) derde persoon enkelvoud aanvoegende wijs II verleden tijd van anfangen