finaliste
Uiterlijk
- fi·na·lis·te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | finaliste | finalistes |
verkleinwoord | - | - |
de finaliste v
- deelneemster die na het afvallen van andere deelnemers in de voorronden mee mag doen aan de laatste fase waarin de uiteindelijke winnares wordt bepaald
- (sport) vrouwelijke deelnemer aan de eindstrijd die de winnaar van een competitie of toernooi aanwijst
- Het was voor de zwemster toch een teleurstelling dat zij als finaliste geen medaille wist te behalen.
- (muziek) vrouwelijke deelnemer aan de eindronde van een concours
- In de voorronden waren de uit te voeren werken allemaal voorgeschreven, maar als finaliste mocht zij ook een zelf gekozen muziekstuk spelen.
- (sport) vrouwelijke deelnemer aan de eindstrijd die de winnaar van een competitie of toernooi aanwijst
- Het woord finaliste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "finaliste" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -e in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Muziek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %