filmwereld

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • film·we·reld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord filmwereld filmwerelden
verkleinwoord filmwereldje filmwereldjes

Zelfstandig naamwoord

de filmwereldv / m

  1. alles wat omgaat bij de productie en distributie van films en de cultuur die erom heen hangt
    • Over de Europese film valt niet veel te klagen, met zoveel prijswaardige winnaars en genomineerden. Toch zijn er ook zorgen op de achtergrond. Het jaarlijkse feestje van de Europese cinema komt op een lastig moment voor Europa, dat door Brexit en het succes van populisten in tal van landen onder zware druk staat. Veel regisseurs voelden zich in Wroclaw dan ook geroepen om een oproep te doen om de Europese gedachte te koesteren. Ook de keuze voor Polen als het gastland van de uitreiking was niet onomstreden. De huidige conservatieve regering in het land heeft scherpe kritiek op de Poolse filmwereld, die een te negatief beeld van de natie zou schetsen. [2] 
     Na afronding van zijn opleiding aan de Filmacademie richtte Van der Heyde in 1963, samen met onder anderen medestudenten Pim de la Parra en Wim Verstappen, het filmtijdschrift Skoop op. Het magazine, bedoeld om de gevestigde filmwereld op te schudden, was spraakmakend. Films van gevestigde regisseurs als Bert Haanstra werden neergesabeld.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Peter de Bruijn 11 december 2016
  3. Bronlink geraadpleegd op 2 november 2023 Weblink bron “Regisseur Nikolai van der Heyde (Help, de dokter verzuipt!) overleden” (Vrijdag 7 augustus 2020, 16:30), NOS
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be