filmfreak

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • film·freak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord filmfreak filmfreaks
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de filmfreakv / m

  1. iemand die een abnormaal grote fan en kenner is van films
    • ‘Zelf beschouw ik me niet als een filmfreak, maar ik ga wel de aftiteling van een film uitpluizen. Ik onthoud namen van acteurs en de mensen die ze spelen. Ze worden opgeborgen in mijn mentale fichebak. Ik kan daar geen abstractie van maken: personages worden mijn vrienden of vijanden of op zijn minst medereizigers. Zo zit Penélope Cruz in meerdere gedaantes samen met mij op de bus, op weg naar ergens.’[1] 
    • Ik doe dit nachtje doorhalen al ruim twintig jaar. Niet alleen omdat het bij mijn beroep hoort, maar ook omdat ik als filmfreak razend benieuwd ben naar de uitslag.[2] 
    • 'Hoodies'versus aliens het klinkt als een combinatie die tot falen gedoemd is, maar in de handen van komiek, filmfreak en debuterend regisseur Joe Cornish pakt het verrassend goed uit.[3] 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. de Standaard 22 APRIL 2017
  2. Tubantia Ab Zagt 26-FEBRUARI-2017
  3. Volkskrant Bart Koetsenruijter 5 november 2015
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be