filigraan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fi·li·graan
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘zilver- of gouddraadwerk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1832 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord filigraan -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het filigraano

  1. fijn zilver- of gouddraadwerk
  2. een metalen draad in papier, gebruikt bij waardepapieren en bankbiljetten, om vervalsing tegen te gaan
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

54 % van de Nederlanders;
46 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen