filantropie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fi·lan·tro·pie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘menslievendheid’ voor het eerst aangetroffen in 1778 [1]
  • van Frans philanthrope [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord filantropie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de filantropiev

  1. onzelfzuchtige menslievendheid
    • Kennisbank filantropie is een centrale database voor alle goede goelen, fondsen, kerken en ANBI's in Nederland. 

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /fɪlantrɔpɪjɛ/
Woordafbreking
  • fi·lan·t·ro·pie

Zelfstandig naamwoord

filantropie v

  1. filantropie
Verbuiging
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Verwijzingen