figuren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fi·gu·ren

Zelfstandig naamwoord

de figurenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord figuur


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
figurar

figuren

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van figurar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van figurar
vervoeging van
figurarse

figuren

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van figurarse
  2. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van figurarse