fietstaxi

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Moderne fietstaxi's in Japan
Uitspraak
Woordafbreking
  • fiets·taxi
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fietstaxi fietstaxi's
verkleinwoord fietstaxietje fietstaxietjes

Zelfstandig naamwoord

de fietstaxim

  1. fiets (meestal op meer dan twee wielen) met de mogelijkheid om comfortabel passagiers te vervoeren met inbegrip van de fietser die men kan huren voor het afleggen van het gewenste traject (meestal in de stad)
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid