fietsbellen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fietsbellen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fiets·bel·len
Zelfstandig naamwoord
de fietsbellen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord fietsbel
Gangbaarheid
- Het woord fietsbellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.