fermoor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fer·moor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fermoor | fermoren |
verkleinwoord | fermoortje | fermoortjes |
Zelfstandig naamwoord
het fermoor o
Gangbaarheid
- Het woord fermoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fermoor" herkend door:
15 % | van de Nederlanders; |
23 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ fermoor op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be