fermenteer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fermenteer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fer·men·teer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
fermenteren |
fermenteer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fermenteren
- Ik fermenteer.
- gebiedende wijs van fermenteren
- Fermenteer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fermenteren
- Fermenteer je?