fenecimiento
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- fe·ne·ci·mien·to
enkelvoud | meervoud |
---|---|
fenecimiento | fenecimientos |
Zelfstandig naamwoord
fenecimiento m
- het aflopen, het ophouden
- het omkomen, het overlijden
Verwante begrippen
Verwijzingen
- fenecimiento in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española