feministe

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Aletta Jacobs een belangrijke feministe van Nederland
Uitspraak
Woordafbreking
  • fe·mi·nis·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord feministe feministes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

feministe v [1]

  1. vrouw die streeft naar gelijke rechten voor vrouwen
    • De Franse feministe Élisabeth Badinter stelt in een recent boek over Maria Theresia dat zij model stond voor het ‘burgerlijke’ en preutse echtpaar zoals dat in de negentiende eeuw geïdealiseerd zou worden, maar Stollberg-Rilinger maakt duidelijk dat dit een anachronisme is, en dat haar huwelijk en gezinsleven helemaal pasten bij de hoge aristocratie van het ancien régime. Huwelijkstrouw was in die kringen bij mannen uitermate zeldzaam en kinderen werden primair gezien als pionnen in het dynastieke schaakspel. Dat sloot affectie niet per definitie uit – op haar dochter Marie Antoinette, die in 1793 onder de guillotine zou sterven, was ze erg gesteld, maar dat was niet vanzelfsprekend.[2] 
    • Caitlin Moran is gek geworden. Voor wie haar niet kent: ze is de als 'feministe met humor' (een soort literaire eenhoorn, diervriendelijke slager, of ander fabeldier) te boek staande schrijfster van onder andere de echt best leuke bestseller How to Be a Woman. Ik vond Moran tamelijk sympathiek, ondanks die eeuwige, gewild toffe, scheve grijns, maar nu verklaarde ze laatst opeens: 'Als ik één goede raad heb voor meisjes en vrouwen is het wel dit: meiden, lees geen boeken die door mannen zijn geschreven. Blijf er bij uit de buurt.'[3]  
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Rob Hartmans 12 mei 2017
  3. Volkskrant Sylvia Witteman 8 april 2017
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be