felste
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fel·ste (bijvoeglijk naamwoord)
- fels·te (werkwoord)
Bijvoeglijk naamwoord
felste
- verbogen vorm van de overtreffende trap van fel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
felsen |
felste
- enkelvoud verleden tijd van felsen
- Ik felste.
- Jij felste.
- Hij, zij, het felste.
- Ik felste.