feliciteer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: feliciteer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fe·li·ci·teer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
feliciteren |
feliciteer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van feliciteren
- Ik feliciteer.
- gebiedende wijs van feliciteren
- Feliciteer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van feliciteren
- Feliciteer je?