feestviering
Uiterlijk
- feest·vie·ring
- samenstelling van feest zn en viering zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | feestviering | feestvieringen |
verkleinwoord |
de feestviering v
- de keer dat men een feest viert
- ▸ Slechts een paar zinnen had koning Willem-Alexander nodig om in het gesprek met NOS-presentator Dionne Stax van de feestelijkheden naar de aardbevingsproblematiek te gaan. Het is duidelijk dat de koning tijdens de feestviering de Groningers een hart onder de riem wilde steken.[1]
- ▸ Wij gaan de beelden van de spontane feestviering in de straten vastleggen.[2]
- Het woord feestviering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Wisselende reacties op Koningsdag met politiek 'bevingstintje'” (Vrijdag 27 april 2018, 12:00), NOS
- ↑ “Vaderland” (2012), Cargo, ISBN 9789023472483