federeert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fe·de·reert

Werkwoord

vervoeging van
federeren

federeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van federeren
    • Jij federeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van federeren
    • Hij federeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van federeren
    • Federeert!