federeer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fe·de·reer

Werkwoord

vervoeging van
federeren

federeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van federeren
    • Ik federeer. 
  2. gebiedende wijs van federeren
    • Federeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van federeren
    • Federeer je?