fechde

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • fech·de

Werkwoord

fechde

  1. (figuurlijk) kampen, schermen, strijden
    «Sie wolle kenne annere Governor hawwe un schliesse en Bund, um fer ihre Freiheit zu fechde
    Zij wilden geen andere gouverneur en sluiten een verbond om te vechten voor hun vrijheid.
Opmerkingen