fecaliën
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fe·ca·liën, fe·ca·li·en
Woordherkomst en -opbouw
- alleen meervoud, van van Latijn faecalia, vergelijk Duits Fäkalien; in de betekenis van ‘uitwerpselen’ voor het eerst aangetroffen in 1876 [1][2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | fecaliën |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de fecaliën mv
- (medisch) resten van de spijsvertering die zijn uitgepoept
Synoniemen
- [1] excrementen, feces, ontlasting, poep, uitwerpselen
Gangbaarheid
- Het woord fecaliën staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fecaliën" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ fecaliën op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "fecaliën" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Woord alleen in meervoud in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 74 %
- Prevalentie Vlaanderen 79 %