fazantkoekoek
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- fa·zant·koe·koek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van fazant zn en koekoek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fazantkoekoek | fazantkoekoeken |
verkleinwoord | fazantkoekoekje | fazantkoekoekjes |
Zelfstandig naamwoord
de fazantkoekoek m
- (koekoeksvogels) Dromococcyx phasianellus een vogel uit de familie Cuculidae (koekoeken). Deze soort komt voor van zuidelijk Mexico tot noordelijk Argentinië
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'fazantkoekoek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.