fazant
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fa·zant
Woordherkomst en -opbouw
- via Middelnederlands fasaen van Oudfrans faisan, in de betekenis van ‘hoendervogel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fazant | fazanten |
verkleinwoord | fazantje | fazantjes |
Zelfstandig naamwoord
de fazant m
- (hoendervogels) bepaald soort kleurrijke vogel, Phasianus colchicus
Hyperoniemen
Verwante begrippen
- argusfazant, atjehfazant, blauwe oorfazant, bloedfazant, Borneose gekuifde vuurrugfazant, borneovuurrugfazant, bruine oorfazant, Bulwers fazant, ceylondwergfazant, Chinese glansfazant, Edwards' fazant, Elliots fazant, Germains pauwfazant, goudfazant, groene fazant, himalayaglansfazant, Humes fazant, koklasfazant, koningsfazant, koperfazant, kuifloze prelaatfazant, ladyamherstfazant, Maleise gekuifde argusfazant, Maleise gekuifde vuurrugfazant, Maleise vuurrugfazant, mikadofazant, nepalfazant, pareldwergfazant, rode dwergfazant, Rothschilds pauwfazant, Salvadori's fazant, Sclaters glansfazant, Sumatraanse pauwfazant, Swinhoes fazant, Tibetaanse oorfazant, Vietnamese gekuifde argusfazant, Wallichs fazant, waterfazant, witte oorfazant, zilverfazant
Hyponiemen
- bosfazant, diamantfazant, dwergfazant, glansfazant, jachtfazant, kraagfazant, mannetjesfazant, oorfazant, prelaatfazant, ringfazant, vuurrugfazant, wijfjesfazant
Afgeleide begrippen
- fazantduif, fazantkoekoek, fazantspoorkoekoek
- fazantenbes, fazantenei, fazantenfilet, fazantenfluit, fazantenhaan, fazantenhen, fazantenhok, fazantenhond, fazantenhouder, fazantenhout, fazantenjacht, fazantennest, fazantenpark, fazantenpastei, fazantenrollade, fazantensalade, fazantenstaart, fazantenterrine, fazantenveer, fazantfilet, fazanthaan, fazanthoen, fazantvogel
Vertalingen
1. bepaald soort kleurrijke vogel, Phasianus colchicus
Gangbaarheid
- Het woord fazant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fazant" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "fazant" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Hoendervogels in het Nederlands
- Vogels in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %