faxt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • faxt

Werkwoord

vervoeging van
faxen

faxt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van faxen
    • Jij faxt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van faxen
    • Hij faxt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van faxen
    • Faxt!