familieblad

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fa·mi·lie·blad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord familieblad familiebladen
verkleinwoord familieblaadje familieblaadjes

Zelfstandig naamwoord

het familieblado

  1. tijdschrift voor alle leden van een gezin
     Volgens de minister heeft Roep van een kinderstrip een 'geweldig familieblad' gemaakt. De oud-hoofdredacteur reageerde enthousiast op de onderscheiding. 'Ik heb altijd al ridder willen zijn; vroeger keek ik altijd naar Ivanhoe. En nu ben ik het.'[1]
     Het gaat allereerst om kinderen tussen 6 en 14 maanden die in een gemeente wonen waar de vaccinatiegraad tegen de ziekte onder de 90 procent ligt. Ook worden alle Nederlandse baby's uit die leeftijdsgroep die tot de reformatorische gezindte behoren opgeroepen voor een extra vaccinatie. Het RIVM stuurt de ouders van deze kinderen geen uitnodiging, maar wil hen vooral bereiken via reformatorische familiebladen en het Reformatorisch Dagblad.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 2 november 2023 Weblink bron “Lintje voor oud-hoofdredacteur Donald Duck” (12-08-2013), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 2 november 2023 Weblink bron “Extra vaccinaties om mazelenuitbraak” (24-06-2013), Tubantia